De pest in Algiers

 

Slavernijverleden, slavenhandel

Afbeelding van een vlo uit Robert Hooke's Micrographia, Londen 1665

Een ongeluk komt nooit alleen. Alsof het lijden van de slaven in Algiers nog niet groot genoeg was, brak in 1679, het jaar waarin In Barbarije speelt, ook nog eens de pest uit. Dat was niet de eerste keer: er waren epidemieën in 1620-21, 1654-57, 1665, aan het eind van de zomer in 1679 en ook nog een in 1691 (die van 1679 wordt vermeld in de dagboeken van zowel Thomas Hees als Cornelis Stout. De laatste werd zelf besmet, maar overleefde de ziekte). Hees noteerde dat de pest op 4 juni was verschenen.

 

Algiers was overigens ook de oorzaak van de pestepidemie van 1663 in Amsterdam. Een oorlogsschip van de Republiek had lange tijd voor de kapersstad gelegen en keerde dat jaar terug naar Amsterdam. Onderweg werden enkele bemanningsleden ziek. Eenmaal in Amsterdam liet de kapitein de zieken van boord gaan en korte tijd later brak in de propvolle, smerige stad de pest uit. Elke week vielen er honderden doden. Maatregelen lieten niet lang op zich wachten. De handel werd stilgelegd; schepen uit de Republiek moesten veertig dagen in ‘quarantaine’ blijven liggen, buiten de havens, om zeker te weten dat er geen pest aan boord was.

De pest is historisch gezien een van de meest fatale ziektes ooit en veroorzaakte de dood van ongeveer een derde van de Europese bevolking rond het midden van de veertiende eeuw. Wereldwijd maakte de ziekte een geschatte 75 tot 100 miljoen dodelijke slachtoffers. In Europa duurde het tot ongeveer het jaar 1600 voordat het bevolkingspeil van begin veertiende eeuw weer bereikt was.

 

Volgens veel historici moet de geografische oorsprong van de pest gezocht worden in Centraal-Azië, waarna het zich  verbreidde  over de rest van het continent. In oktober 1347 nam een Genuees schip afkomstig uit De Krim de pest mee naar het eiland Sicilië. Vanaf daar verspreidde de ziekte zich in de jaren erop via Italië over de rest van Europa.

 

Door het intensieve scheepvaartverkeer tussen de havensteden in de Middellandse Zee en West-Europa was er tussen de 14de en de 18de eeuw altijd wel ergens een besmettingshaard en kleine en grote epidemieën braken dan ook om de haverklap uit. 

 

Het is niet bekend hoeveel slachtoffers de pest in Algiers in 1679 maakte. We kunnen wel vergelijken met andere steden: uit gegevens van bijvoorbeeld de grote uitbraak in Amsterdam van 1663-1664, blijkt dat er 24.148 doden vielen, meer dan 10 procent van de toenmalige bevolking. Op oude stadskaarten valt te zien dat de pest vooral huishield in de dichtbevolkte en vervuilde wijken van de armen. Dat zal in Algiers niet anders zijn geweest. Zeker in de slavengevangenissen, de bagno's, zaten de mensen boven op elkaar gepropt zonder enige hygiënische voorzieningen. In zo'n omgeving kon de ziekte vrijwel ongehinderd haar gang gaan. Van de oorspronkelijke groep van 420 Nederlandse slaven die in 1678 in Algiers verbleven, waren er in 1680 al 147 overleden, het grootste deel waarschijnlijk aan de pest. We mogen daarom voorzichtig aannemen, dat er van de 30.000 slaven die continue de stad bevolkten tussen de 3.000 en 10.000 aan de ziekte ten prooi zijn gevallen.

 

Bronnen: Historiek, De pest in Europa 1347-1352 door M. Boshart, Wikipedia, Het Dagboek van Thomas Hees, Christenslaven: De slavernij-ervaringen van Cornelis Stout in Algiers (1678-1680) en Maria ter Meetelen in Marokko (1731-1743) door Laura van den Broek en Maaike Jacobs

Slavernijverleden, slavenhandel

Bernard Tolomei vraagt God om de pest in Siena te beëindigen,door Giuseppe Maria Crespi, ca. 1735

Oorzaak van de pest

In het boek wordt de epidemie veroorzaakt door een besmette rat die aan boord van een Turks schip in Algiers terecht komt. Dit is geen bewezen historisch feit, maar zou het wel kunnen zijn. Wij weten nu dat ratten de voornaamste verspreiders van de ziekte zijn, en dat de schepen in die tijd waren vergeven van die dieren.

De feitelijke veroorzaker van de pest is de bacterie Yersinia pestis. De overdracht vindt plaats door vlooien die met de bacterie besmet zijn. De vlo zuigt met het bloed van zijn gastheer de pestbacteriën op. Na enkele dagen raakt de voormaag van de vlo verstopt door klontertjes van de zich vermenigvuldigende bacteriën. Als de vlo vervolgens probeert bloed te zuigen lukt dit niet en volgt er een braakreactie. Hierdoor injecteert ze geïnfecteerd bloed terug in de bijtwond en zorgt op die manier voor de infectie van de drager.

Een andere besmettingsroute is door minuscule druppels die in de lucht zweven ten gevolge van hoesten of niezen van een besmet persoon. Deze laatstgenoemde overdracht vindt vooral plaats bij longpest.

Slavernijverleden, slavenhandel

De pest, tekening van Jan Luyken, 1695

In de 17de eeuw had men geen idee waardoor de pest werd veroorzaakt. Zeelui hadden wel de ervaring dat er zware tijden op komst waren wanneer alle ratten aan boord opeens massaal het loodje legden (ratten bezwijken ook aan de ziekte). Ze wisten echter niet dat de vlooien op de dieren vanaf dat moment op zoek gingen naar een nieuwe gastheer en zij zelf de volgende slachtoffers waren.

 

Het 17de eeuwse beeld over gezondheid en ziekte werd volledig bepaald door de leer van de humores, ontwikkeld door Hippocrates en verder uitgebouwd door Claudius Galenus. Ziekte werd volgens deze visie gezien als gevolg van veranderingen in de vermenging van de vier lichaamsvochten: bloed, slijm, gele en zwarte gal. Deze hadden elk twee eigenschappen of kwaliteiten van vuur, water, lucht en aarde, de vier grondelementen waaruit al het levende was opgebouwd. Zo was bloed warm en vochtig, slijm vochtig en koud, zwarte gal koud en droog, gele gal droog en warm. Verstoring van de juiste verhouding hiertussen betekende ziekte en de oorzaak daarvan werd gezocht óf in veranderingen in de atmosfeer en de stand der hemellichamen óf in alle mogelijke rottingsprocessen. In beide gevallen werd de samenstelling van de lucht zo gewijzigd, dat de verhouding tussen de vier levenssappen werd verstoord en het organisme ziek werd. Men was ervan overtuigd dat miasma — kwade ongezonde dampen —  de oorzaak van een epidemie waren. Anderen zagen het simpelweg als een straf van God. Het Arabische geloof dat sprinkhanen de oorzaak van besmettelijke ziektes waren, en ook het daaruit volgende verbod op de invoer en consumptie van groente en fruit dat met deze insecten in aanraking zou zijn gekomen, wordt genoemd in het dagboek van Gerrit Metzon (1814). Dit laatste speelt een rol in het boek.

 

Paul Barbette, een medicus uit Amsterdam in de 17de eeuw, schreef in algemene zin: 'De pest is een onbegrijpelijke ziekte die schijnt te komen uit een spirituele en besmettelijke damp.' Maar Van Diemerbroeck, zijn collega en tijdgenoot ging al wat verder: 'Een pestilentiaal zaad dat in menigvuldige kleine deeltjes uit de hemel komt, de lucht vervuilt en tenslotte via de adem de besmetting veroorzaakt.’ Ditzelfde geldt voor de visie van de medicus Swinnas die in zijn in 1664 gepubliceerde verhandeling over de pest de ramp veroorzaakt zag door ‘... de atomi of kleine ondeylbare afsetseltjes van een vierig (= besmet) lichaem haer selven door de lucht verspreydende een gesont lichaem komen te raecken en te besmetten’.

 

Bronnen: Wikipedia, Brabants Erfgoed, Dagverhaal van mijne Lotgevallen, door Gerrit Metzon, DBNL: de Gave Gods

Video's over de pest ....

 

(c) The Infographics Show

(c) Plague 101 | National Geographic